Passiemoord
daar lig je dan, de bruid van mijn leven
ademloos, adembenemend, wit als sneeuw
om de vijf minuten kijk ik even, en denk
‘konden we ons maar bevriezen, dan kuste ik je wakker over een eeuw’
we hadden zo’n mooi leven kunnen leiden
ik leefde alleen voor jouw lust en genot
pijn en vrees wisten we samen te vermijden
zwaar en treurig is soms het menselijk lot
je begrijpt toch wel dat ik je niet kon laten lopen
je niet zomaar weg kon laten gaan?
zodat ik thuis weer op je terugkeer kon hopen
en in de fluisterende wind je stem meende te verstaan
het eerste wat ik je over mezelf heb geleerd
als onbetwistbare waarheid, was:
“als je eenmaal door mij wordt begeerd
dan is dat voor altijd”
je weet, in de liefde ben ik zeer vermogend
had voor je willen sterven in het heetst van de strijd
maar jij hebt mijn liefde voor jou verloochend
proef nu dan ook mijn afgunst, mijn haat en mijn nijd
’s nachts slaap ik gewikkeld in jouw witte lakens
in jouw parfum gedrenkt, zacht satijn
ik hoop op een dag in een wereld te ontwaken
waar ik de jouwe weer ben en jij de mijn
ik voelde het leven uit je weg stromen
terwijl ik je wiegend in mijn armen nam
en ondanks alles voelde ik de tranen wel komen
mijn hart nog even heftig in vuur en vlam
je levenloze lichaam legde ik op de canapé
de witte bekleding kleurde snel scharlakenrood
is het mooi daar waar je nu bent? je oogt zo tevree
leven is lijden, lief, en vredig de dood
10-08-2003, RSH