Een mol heeft zijn netwerk van gangen gegraven.
Hij hoort kloppen.
Er dreigt gevaar.
Hij duwt alle gangen toe,één voor één maar,
het kloppen blijft doorgaan.
Hij wordt bang en rent van hier naar daar.
Bijna wanhopig stopt hij ook de laatste en ook enige overblijvende pijp dicht.
Nu zit hij helemaal opgesloten
Hij heeft zichzelf ingemetseld.
Hij is nu veilig maar ook gevangen.
En toch gaat het kloppen door.
Hij wordt radeloos.
hij besterft het van de schrik en,
stikt in zijn eigen nest.
Nooit heeft hij geweten dat het
kloppen
niets anders was dan het bonzen van
zijn eigen hart.