Gekweld
Ik word gekweld,
gekweld door een onbegrensd
en onbevredigd verlangen naar jou,
ik zou je zó graag willen vertellen,
hoeveel ik van je hou.
M’n verstand zegt
nee, m’n hart heel overtuigd
ja, ach wat kan het me ook schelen,
hoe heb ik ooit durven denken,
dat de gedachte aan mij ook maar één seconde
door je hoofd zou spelen.
Ik vrees,
dat ik dat nog altijd denk.
Nee,
hoop.
J.C.