Voordat ik ooit de zee zag zong ik;
Zacht zingt de zee haar zangerig lied
Ik dacht aan kabbelend water.
Jaren later sloop ik
onwetend, onverstandig
naar het scheepsdek.
Vastgebonden aan touwen
om niet overboord te slaan
bleef ik kijken
naar het tomeloos geweld
Een orkaan woedde.
Torenhoge golven zag ik
met kolossaal geweld
De woestheid, het gezag
van natuurkrachten en
wat water vermag.
Ik, klein mensje zal
nooit de zacht
zingende zee zien
zonder te denken
aan die nacht
de tomeloze macht
die ze het voorrecht had
om te mogen aanschouwen
--------
Before I ever saw the sea, I sang,
Soft sings the sea her babbling song
I thought of babbling brooks.
Years later I sneaked
ignorant, foolishly
on the ships deck
where a hurricane raged
with colossal power
towering waves
Tight to a rope
meant for sailors
experiencing wonder
the fierceness of
nature’s power
struck me with awe
This little creature
shall never see
the soft babbling sea
without thinking of
of its monumental
awe-inspiring strength