Muizeke,
Eerst was je een ster,net zo onbereikbaar.
Na een tijdje was je een vallende ster,af en toe was je van mij.
Later was je de zon en de wolken samen,we groeiden dichter bij elkaar.
Maar dan ineens was je de nacht,donker en duister.
Je wou verder.
Toen werd ik de regenboog,ik koos voor verschillende dingen.
Geen eind,geen begin.
Mijn hart sloeg toe toen jij de nacht werd.
Maar dan kwam er klaarheid,de wolken verdwenen en de zon bleef.
Nu zijn we de zee,voor altijd samen zoals het strand en het water.
Muizeke,ik zie je doodgraag.
Jij bent mijn droom.
Veel liefs je sproetje kuskes!!!