de bladeren van de bomen
waaien wild heen en weer
stofjes, papier, bloemblaadjes
alles dwarrelt door de lucht
steeds hoger en hoger om dan
plots terug meegesleept te worden
naar de koude grond
alles gaat ten onder aan de
sterke kracht van de wind
een enkele fietser rijdt
langs de bomen
houdt halt
en
geniet
(08-05)