Unaniem
Ik ben maar een half man,
zelfs als ik je kracht leen,
omdat ik niet rusten kan,
teveel gaat door mij heen.
Mijn zenuwen spelen poker,
ze dobbelen met mijn wil.
Ik voel me weleens de joker
van het spel dat ik verspil.
Het is me niet aan te zien
wat mij zoveel moeite kost:
mijn geest weegt voor tien
wat jij zo makkelijk lost.
Beelden draaien in een molen.
Gedachten tollen en dolen.
Ideeën brengen soms nieuw elan.
Woorden strikken wat ik maar kan.
Ik hoop dat het eens zal stillen,
dat tot bedaren komt mijn trillen,
dat ik tot de wijsheid komen kan
die besluit als geheel, als één man.