Stilte in mij, harde discodreunen om me heen
Eenzaamheid in mij, mensen om mij heen
Een onzichbare muur scheidt me van de menigte, van het plezier
De man naast me houdt van me
Hij buigt zich naar me toe en geeft me een zoen
Ik glimlach naar hem, maar mijn hart huilt
Ik steek een sigaret aan en inhaleer diep
Drink een slok van mijn glas, adem rustig en ontspannen
Pogingen zonder resultaat
Tranen dringen achter mijn oogleden
Ik bevind me in een situatie waarin ik tevreden zou moeten zijn
Doch leegte in mijn hart bezorgen me rillingen
De kracht van mijn ontevredenheid is te sterk
Ik kan ze niet onderdrukken
Ik vlucht weg, laat alles achter en ga verder op zoek, naar mezelf, naar haar die ik nooit zal zijn
Mijn spookbeeld de prerfecte ik, de gelukkige ik