Ik bouw een toren, een blokkentoren
Met kleuren groen en rood en blauw
En op die toren staat een man
Hij is erg vreselijk oud
Hij kijkt naar beneden, het dal beneden
Hij ziet niet veel want het is nacht
Maar wat hem ziet verontrust hem
Er staat daar man en macht
Maar wat is macht, de ultieme macht
Ligt die in brute kracht of stille wijsheid
Bereik je meer met dreiging van gevangenschap
Of met een zoete belofte naar vrijheid
De man nam zijn tijd, zijn onbestaande tijd
En dacht lange tijd diep na
Na verloop van tijd riep hij naar beneden
'Zie, gij oorlogsvoerders, hoe ik hier sta
Kennen jullie nog vrede, echte vrede'
De mannen moesten bekennen van niet
Daarop werd de man een vogel
Die wegvloog en langzaam de toren verliet
'Dit is nu vrijheid, zoete vrijheid
Die alleen is in vredestijd'
Was het laatste dat de vogelman vertelde
Hij was van kerker en oorlog bevrijd
De mannen beneden, diep beneden
Keken hem vol verlangen aan
Zij wilden ook de vrijheid in vliegen
Maar waren gedoemd te blijven staan