Ooit was er eens een ridder van het laagste bloed
Hij kende de erecode en al zijn gebruiken
Hij was ongekend dapper en met de hoogste moed
En wist hoe het bij anderen te ontluiken
Hij bevocht menige slechte creaturen
Zoals slechte draken, duisterlingen en toverkollen
Al moest hij gaan door verschillende vuren
Hij bevocht alles, ook de verschrikkelijke trollen
Trollen staan bekend als onnoemelijk sterk
En met een ongelooflijke vernielingsdrang
Maar de ridder stelde alles in het werk
En kreeg daarvoor dan ook vele dank
Toch was er 1 ding dat de ridder niet kon weerstaan
Hij kon er niet van winnen, noch verliezen
Hij kon er ook niet van weggaan
Want de liefde kun je immers niet kiezen
Een bevallige deerne had hem in haar macht
Ze had hem naar haar huis meegenomen
Een geluk dat zij lief was en zacht
En alles waar de ridder kon van dromen