In het zonnige, groene bos
Kruipt hij in de bomen
Hij kijkt wat vrolijk om zich heen
En zit wat te dromen
Met al die lekkere blaadjes
Eet hij zijn buikje rond
Hij lacht en eet gezellig door
En praat met volle mond
Toch voelt hij zich soms wat eenzaam
Zo zittend op dat blad
Wil liever vliegen door de lucht
Dat lijkt hem nou wel wat
Ookal is hij nu een rupsje
Zo kwetsbaar en zo klein
Ook hij zal na een aantal jaar
Een heuse vlinder zijn
Gelijk gaat hij hard aan het werk
Zelfs in koude nachten
Hij sluit zich op in een cocon
Blijft stil zitten wachten
Het wachten was de moeite waard
Hij barst uit zijn cocon
Hij slaat zijn nieuwe vleugels uit
En vliegt richting de zon