Lieve dood, ik weet dat gij niet lief zijt
maar als handwerkman uw dagen slijt.
Ik heb u geschreven om uw komst te vragen
maar het lijkt enkel uw komst te vertragen.
Ik geloof niet dat ik gered kan worden, doodjelief
en als het kon dan wou ik het niet: eens een dief
altijd een dief. Ik heb geen berouw over gestolen harten
noch over de vlammen veroorzaakt door verwarming
die verbrandden wie er zijn handen naar strekte.
Lieve dood, ik neem afscheid van jou in de koorts
in het ochtendlicht, in de maandag die mij wekte
en diep in mij weet ik: wat ik blindelings volg
is uw toorts.