ik loop richtig de plek waar het zich heeft afgespeeld
ik weet niet hoe het kan, maar alles geeft me een gerust beeld
het gevoel alsof ik hier thuis hoor, dat ik hieraan goed doe komt naar boven
al mijn problemen en gedachtes voor altijd aan de kant geschoven
ik loop geruisloos verder, de regen valt op mij neer
het valt steeds harder, het zelfde vertrouwde geluid hoor ik steeds weer
ik nader mijn bestemming in het dichtgegroeide bos om mij heen
mijn tranen beginnen te wenen, en voel me zo verlaten en alleen
ik wil er in rennen, maar wordt voor even stop gezet door de gure wind
dat wil ik alleen niet, er is niets wat mij nog bemind.
ik wil in enen hier weg, weg van dit pijnlijke leven
ik haath et hier, heb geen spijt dat ik hier niet ben gebleven
ik neem een sprong, en voel me niet vallen maar stijgen
ik voel me anders, anders hoe ik was, anders als mijn eigen
ik draai me om, en zie daar een levenloos lijk van mezelf op de grond
het gevoel van alleen zijn gaat weg, dan kijk ik in het rond
vele bekenden herkende ik daar, die om mij rouwden
ik begrijp niet, dat hun nu nog van mij houden
ik heb teveel pijn gedaan, mijn thuis is niet meer hier
dit leven heeft niet veel goeds gegeven, ik wil leven op een andere manier
nu voel ik me eindelijk vrij, vrij om te leven
geen mens die mij nog kan raken, niemand die mij nog liefde hoeft te geven
hier hoor ik thuis, dit ik was ik al jaren wil
al jaren is dit mijn wens, maar tog hielt ik het al die tijd stil
plots schrik ik wakker, en beland in de realiteit
ik lich in mijn bed, en heb meteen van mijn ontwaking spijt
hier wil ik niet zijn, dit is mijn thuis niet
alle gedachtes maar weer verborgen, niemand die het ziet
2 januari 2003
(fictie)