Om mij heen is het donker,
donkerder dan het zwart van de nacht.
Zoekend naar de juiste weg,
val ik harder dan ik hebben kan.
Ik geef het op,
het heeft geen zin.
Maar dan is daar een licht,
dan schijnt op de weg die voor mij is.
In de verte hoor ik een stem,
zachtjes fluisterd hij me moed in
om op te staan.
Ik herken die stem,
het is van hem!
Moeizaam kruip ik omhoog,
en loop naar het licht.
Ik weet nu,
ik ben er bijna.
Ik moet nog maar even door gaan.