Grafsteen van een miljonair
Een multimiljonair, dames en heren,
Doodsplaats waar ze ieder jaar
De rente van vijf en twintig duizend guldens uitgeven
Voor onderhoud en bloemen
Om de herinnering aan de dood vers te houden.
De handelskoning vergaat tot stof
heeft bevolen in zijn laatste wil
Door zijn handtekening onder zijn laatste testament
Worden vijf en twintig duizend guldens opzij gezet
Voor rozen, lelies, hortensia's en tulpen
Voor parfum en kleur, zoetheid en herinnering
Rondom zijn laatst langdurig huis.
(Honderd caissières willen stuivers om naar de film te gaan vanavond
In de achterafjes van honderd kroegen, vrouwen aan tafels
Drinken met mannen of wachten op mannen die rinkelen met losse
zilveren knaken in hun zakken.
In honderd gemeubileerde kamers is een meid die zijde verkoopt of
kleding of lederen spullen voor zes daalders per week
En wanneer ze haar kousen afrolt in de morgen is ze
zonder zorgen over God en de kranten en de
politie, de praatjes uit haar stad of de naam
die de mensen haar toeroepen.)