Cinderella keek in haar magische spiegel,spiegeltje
ben ik? kirde zij zachtjes bewonderend haar schoon
glimmend plekje ben ik? de mooiste spiegeltje?
de spiegel lachtte naar cinderella en zei haar
honend! ach cinderella ik kijk al zolang naar jouw!
ja jij bent de mooiste in dit land! de spiegel smolt
viel uiteen! cinderella keek wat sip om zich heen had nu
niets meer om in te kijken! liep snel naar boven toe
greep uit de badkamer haar scheerspiegeltje!! gered!
kirde zij minnelijk haar schoon glimmend plekje
bewonderend! zag in de spiegel hoe haar vriendje
pinokio achter haar stond te grijnzen!!! zo cinderella!
zei hij haar schalks aankijkend! weer voor de spiegel?
ze zag dat hij altijd loog want dan groeide hij tot
abnormale lengte,tot haar spijt boorde hij door haar
spiegeltje heen regelrecht in haar schoon glimmend plekje!