Waarom zoekt het water het vuur
en wat verlangt de zon van de regen?
Waarom houdt de schaduw van het licht?
Waarom kruipt de zee naar het land
en houdt het zand de golven niet tegen?
De liefde ziet geen zwart of wit.
Ze kent geen dag of nacht.
Niemand kan zich verzetten.
Niets kan de ware liefde beletten.
Liefde kan bergen verzetten,
dus geef je maar over vannacht.
Waarom smelt de sneeuw voor de zon
en speelt de wind het liefst met de stilte?
Waarom val ik telkens voor jou?
Waarom hoort de eb bij de vloed
en moet de lucht het landschap omhelzen?
Ik weet, dat jij het moeilijk vindt,
maar mij doet het geen pijn,
dat we anders zijn.
Als we leven als twee tegenpolen,
komen we bij elkaar aan de evenaar,
want niemand kan zich verzetten.
Niets kan de ware liefde beletten.
Liefde kan bergen verzetten,
dus geef je maar over vannacht.