'k wou
O, was ik maar een kleutertje
van drie of vier jaar oud...
of was ik maar een peutertje
onkundig nog van goed of fout.
O, was ik maar een jong konijntje
met een holletje in de grond
of een razendsnel hermelijntje
dat niemand zag en niemand vond.
Dan kon ik zomaar verdwijnen
om stil te denken in mijn holletje
en als de zon dan weer gaat schijnen
voel ik de warmte op mijn bolletje.
Maar ik ben geen hermelijntje
en ook geen peutertje meer...
`K pas allang niet meer in een holletje
maar ik mis het keer op keer.