haar ijle bleke wangen
als een kleurloze woestijn zonder uitzicht
en verre waze tekens
van een leven zonder licht
vergaan
de dag had diep kunnen zijn
had maar die kennis van het teken aan de wand
en dat voortdurend
eeuwig niets om de hand
niet bestaan
een prangend rauw gevoel
?t komt door die ver lokkende woorden
universum van een hart
smorend, stikkend, knagend
en zo schrikkelijk verward
en gehaat
het zij nu avond, het zij dag
een langverleden beeld van kleur en schakels
blijft me volgen
geslagen als een koppig kind
eerst kwaad en droef verbolgen;
nu wordt het laat