’t is weer bijna kerstmis, een man zit voor het raam
hij durft niet meer naar buiten, hij kan het niet meer aan
ruim 12 jaar geleden, verloor hij vrouw en kind
familie ging hem mijden, hij heeft niet eens een vrind
ze zijn hem allemaal vergeten, die man daar voor het raam
en er is niemand die daar aanbeld, niemand die blijft staan
hij denkt weer aan zijn kleine meisje, en z’n ogen staan in brand
dan ziet hij een vader met zijn dochter, ze lopen hand in hand
en alsof ze zijn verdriet hoort, kijkt het meisje door het raam
verdriet dat met medelij wordt versmolten, heel even blijft ze staan
en in die luttele seconden, was er weer warmte in zijn hart
hij was weer even ziels gelukkig, hij was vergeten al zijn smart