De kaars is in het midden,
theelichtje brandt zacht
en continu in de
herfst.
Het licht van Jou heb ik
al tientallen jaren in
mijn hart brandend
gehouden.
In de herfst van mijn leven
verlang ik soms, van tijd
tot tijd om te
reizen.
Sinds de tijd dat zij
vertrokken is, heb ik
geen wensen meer,
dan mijn lot
accepteren.
Haar gebeden in de rug
hadden mijn pad verlicht,
nu is zij in de hemel en ik
moet in mijn eentje mijn
pad verlicht houden.
Ooit vertrek je vriend,
ooit vind je de weg van
hemel en vaart.
03-10-2021