we waren elk een reflectie
ingebonden, verdonkeremaand
samen weken we af van
gangbare vergezichten
in de verte nog niet
zodat het leek of niemand bewoog
bij dit schijnsel bleef ieder
voor zich, elkaar wanende
daar speelden we nog verstoppertje
zonder te vinden
alleen en geleidelijk verdwenen
met cement
tussen muurstenen
de zonnewijzer in de voortuin bleef staan
wachtend op minuten
uit hele uurslagen