Ik kwam op de middelbare.
Ze vertelde me om op te groeien,
me aan te passen zodat ik de zoveelste vis in de school was.
En ik trapte er bijna in.
Ik werd door de jaren heen steeds meer gebroken,
Ik ben mezelf, ookal weet ik niet wie ik ben.
Toch ben ik niet wie ik vroeger was,
Ik liep vroeger over wankelen stenen boven een diepe plas,
Ik droeg bakstenen, planken en andere zwaren dingen,
Ik rende, fietste en vooral zwom.
Ik weet nog dat ik met mijn 4 beste vrienden was,
en dat er eentje in de sloot viel, met kleren en al.
En ik sprong erachteraan, gevolgd door mn vrienden.
Het was awesome.
Ik klom onmogelijk vaak in bomen, viel er ook vaak uit.
Al dat bloed dat ik vergoot.
Het is een wonder dat ik niet vaak iets heb gebroken.
Een bijna kapot touw over de sloot?
Ik ging er ondersteboven aan klimmen om naar de overkant te komen.
Ik rende steeds langs het spoor, soms erover,
Ik vaarde naar geheimen plekken, meestal verboden.
Ik heb ontelbare keren mijn leven in de waagschaal gelegd.
Het is niet te geloven dat ik nog leef.
Maar nu ben ik verzwakt,
Ik speel nu alleen op een computer, thuis zittend,
Het survivor deel van me is afgepakt.
Ik merk dat ik het mis, de adrenaline, de risico's.
De blauwe plekken, de gebroken benen en armen,
het ziek zijn, het bloed die over mijn lichaam druipt.
Ik wil het terug halen.
Er werd me gezegd dat ik altijd een kleuter was als ik dat deed.
En dat kan misschien zo zijn, maar ik wil weer doelen hebben.
Ik wil weer aan de top van die boom komen,
Ik wil weer vechten met zwarte zwanen,
Ik wil weer in de sloot vallen,
Ik wil weer pijn over mijn lichaam voelen.
Ik ben zwak nu, zowel mentaal als fysiek.
Niemand kent me volledig,
Sommige zullen verbaast zijn waartoe ik bereid ben,
En ik ga het nu extremer doen dan vroeger,
want dat is de mij die ik ken.