Waarom zei ik dat ik zou moeten vertrekken?
Waarom ga ik weg
als ik weet
dat ik terug zal zijn
tegen de tijd dat je deze brief ontvangt?
Je hebt mijn taal, mijn slaap
al veranderd -
In het begin dacht ik dat
ik je iets zou moeten leren - je zou moeten teruggeven
wat je hebt verloren.
Maar je hebt de geluiden veranderd
waar ik naar luister,
de geluiden die ik dicht bij me
wil houden.
Je hebt mijn slaap
al veranderd.
Je hebt de duisternis in mijn dromen
veranderd.
Je hebt mijn,oogleden al veranderd,
mijn oren, de achterkant van mijn nek -
De manier waarop ik mijn hoofd hef om te luisteren.
Je bent meer dan dat - met gepolijste taal
heb je me opgespoord.
Met je ongepolijste taal heb je de manier veranderd
waarop ik naar een boom kijk,
waarop ik een steen vast houd -
de vruchten die ik eet.
Je hebt mijn slaap al veranderd, mijn taal,
mijn mond - je hebt de manier
veranderd waarop ik je terugkus.
Je hebt mijn honger veranderd
om die te doen passen bij die van jou.
Toch draaien we om elkaar heen,
voorzichtig met onze behoeften, voorzichtig
met onze bedoelingen -
de woorden die ik ken
kunnen me niet helpen.
Jij, met je ongepolijste taal -
Je hebt mijn geur veranderd
en mijn zweet en mijn jawoorden,
mijn huid die slaapt met de taal.
Al mijn cellen geplunderd
door de liefde. Het brandt
en prikkelt zo fel -
ik ben zwak - het is dit eindeloze
schrijnen waar ik naar hunker, de dichtklemmende
spiraal ervan -
Hoe kon je - hoe kon je
om mezelf zo fel te veranderen?
Ik ken je.
Je bent van mij.
Je zit in me voeten,
in me handen. Ik heb je diep
gevoeld -
Je hebt alles van me afgenomen en tegelijkertijd me gegeven ...
En de spier die ik wil hebben
is je hart -