Druppels vallen uiteen in achterlanden
van verdreven illusies, zij kennen geen
andere hoogten dan de slagschaduw
van het maaiveld dat verzandt door de
vertraagde stroming in lage luwten.
Neergedaald uit het brongebied
bezinkt het rusteloos bewustzijn
op de tamme bodem van verstilde
wateren en vloeit het debiet
van overtollig geheugen naar
de louterende leegte van berusting.
Op de grens van zichtbaar besef blijft
de horizon buiten bereik, zijn niettemin
gedachten in duizend landen tegelijk
en slaat de vermoeide reiziger
de weg van gescheiden geesten in.