Hoe ik het las.
Als stop voor het rode licht,
is dit een gebaar.
Want loop ik door,
breng ik andere en mezelf in gevaar.
Maar mijn botte kop zag dat eerst niet,
het liet me koud.
Mensen waardeerde me toch niet,
had ik een muur opgebouwd.
Nu stop ik wel voor het rode licht,
denk gewoon is aan andere en mezelf voor de verandering.
Schrijf ik mijn gedachtens uit in een gedicht,
niemand die praat, een gesprek waar de ander neemt, de leiding.
Als het leven een verhaal zou zijn.
Kan ik zo vertellen hoe het zit.
Misschien doe ik het wel in rijm,
is het gebaar, de rit.
De rit:
Een jonge niet wetende wat te doen met zijn bestaan,
kwam er een meid, harde woorden, maar lering met een traan.
Maar zij wordt hem ontnomen door gemene geschiedennis mannetjes.
Kwaad aardige, tegenhoudende balletjes.
De meid had hem de kracht gegeven,
om ze te kunnen verslaan.
De keuze aan hem zelf gelegen,
zou hij achter haar aan gaan.
Zijn hart schreeuwde het uit van verdriet,
want zo'n leven voor jou wilde hij niet.
Alleen wist hij niet hoe die mannetjes te verslaan.
toch liet hij zit helemaal gaan.
De eerste won hij met gemak,
maar ze werden steeds sterker en moeilijker te verslaan.
Hij ging totaal uit zijn dak,
maar hij kon het gewoon niet aan.
Hij trok zich weer even terug,
hij moest meer kracht zien te krijgen.
Toen bedacht hij zich vlug,
god doet mij begrijpen.
Hij bad tot god,
het gaf hem weer kracht,
het klinkt misschien zot,
maar het gaf hem meer kracht dan gedacht.
Hij ging weer in gevecht,
en versloog weer wat van die vervelende mannetjes,
Volgde hij het licht, raakte hij gehecht,
zelfs toen hij dwaalde door dallentjes.
Hij moet er nogsteeds verslaan,
maar zijn spirit wordt groter en duidelijk,
De schittering in zijn naam,
want zijn liefde kan niet stuk.
Die laatste mannetjes gaan eraan.
want hij vecht voor jou vrijheid, jou geluk,
Hij kan het aan.
Wordt vervolgd dit Sprookjesstuk,
De rit.
het gebaar.
Met pit,
maar niet zonder gevaar.
Maar nu dus zo onderweg,
Komt hier...
De uitleg:
Perspectief gezien kan men het vergelijken met daden.
Dingen doen, die hem voorheen verraden.
Problemen oplossen,
soms bij keuzes een muntje tossen.
Of even terug om krachten te winnen,
Inzien wat ingezien moet worden.
Komen wijsheden met zinnen,
of geprojecteerd op borden.
Aan gevoerd door de wind,
Die hij met feiten verbind.
Laait hij het vuurtje op,
want jij bent daar aan te top,
Schreeuwend om zijn liefde,
wat ze met stormen hem briefte.
Deef het hem soms een stuk van der af,
voor zijn best wil, als klinkt het maf.
Zij weet dat hij die dingen niet kan verslaan,
geeft ze kracht vanuit zijn eigen traan.
Laat het hem vechten tot hij bij der is,
een helderheid van zijn gemis.
Perspectief gezien, zijn die mannetjes zijn problemen,
die hij moet verslaan, en niet mee kan nemen.
Iedereen probleem met zijn eigen krachten,
zal ze verslaan, heb jou in mijn hart, ziel, gedachten.
Droom, sprookjes, volksverhalen, etc
alles komt om het zelfde neer.
De weg hoe ik ga,
Merk het iedere keer.
Weer,
Weer dat zalige gevoel,
weet wel,
soms is het even gaat het snel.
Is het super klein,
dicht klappen is niet fijn.
maar inderdaad, als ik niks doe ga ik niks bereiken,
Misschien slim als ik zelf ook eens naar andere perspectieve ga kijken.
Gebaar in de zin.
Het inzien van, is al een begin.
Zien wat een gebaar kan zijn,
want soms zijn ze heel klein,
Maar juist weer heel groot,
al klinkt dat misschien een beetje idioot.
Maar lief je weet ik ben die man,
Die die mannetjes verslaan kan.
Verbonden met elkaar,
voel jij hij is in gevaar.
Voor het verhaal verder kan gaan,
Moet hij haar eerst bevrijden,
Zodat ze verder samen het gevecht aan kunnen gaan,
Zal ik even wazigheden vermeiden.
Denk aan shrek en princes fiona,
want het moment dat ik schilderen ga,
spuiten met grafitti,
vergeet ik nie,
Wie ik echt ben,
kunstmaken met een potloodpen,
Een gezonde verslaving,
dat geeft deze speer zijn bling.
En niet het stoere zie mij staan,
of met een ongezonde verslaving voorbij gaan.
Een ziel geborgen achter rook,
en een slechte status dat op dook.
Verdriet van spijt,
ben echt mijn zelf behoorlijk kwijt,
geweest,
was echt een beest.
Omgetoverd al het goede in een roos,
maar belle liep weg, het maakte het beest boos.
Maar dit keer niet op andere maar op zichzelf,
Ze ziet je echte ik, maar wat doe je, je verkloot het zelf.
Uit eindelijke komt het goed,
gaf zij hem moed.
En veranderde hij is de prins die hij was,
Dat is tenminste hoe ik het las.