"Wat ben je mooi vandaag"
zei hij tegen hem.
Maar hij geloofde hem niet.
Hij geloofde het nooit als hij
van hem
een compliment kreeg.
En dat, terwijl hij wist
dat hij gelijk had,
en hij er ook best mocht zijn.
Wat wat hij ook zei,
het loste gelijk op
in machtige demonen
van zijn gedachten.
Wat hij ook zei,
het was voor hem,
hoe mooi ook,
nooit genoeg.