De gil
Ze schreeuwt de longen uit haar lijf,
‘ga niet weg, alsjeblieft, blijf’.
maar haar keel vormt geen geluid
en woorden komen er niet uit,
het enige dat ze hoort: ‘nog een minuut of vijf’.
Haar lippen vormen zinnen die ze zo graag roepen wil
of uit alle macht te geven die ene luide gil.
In gedachten slaat ze boos en verwoestend om zich heen
wat blijft is de waterstraal gloeiend heet over haar been
in een ruimte die leeg is en kil.
Haar geest probeert te vluchten
en ze hoort zichzelf diep zuchten
zij is de enige die het hoort
in dit vreselijke oord
met al die verschrikkelijke geruchten.
Als minuten zoals nu op uren lijken,
deze maar niet schijnen te willen verstrijken
ze personeel alleen op afstand kan horen.
heeft ze al haar hoop verloren
dat iemand naar haar komt kijken.
Hoe is ze in vredesnaam hierin belandt
haar geest zo helder maar haar lichaam gestrand
ineens hoort ze ‘shit’ en uit gaat de kraan
haar ogen dwingen hem, ‘kijk me aan, zie mijn traan
kijk in mijn ogen en gebruik je verstand.
Voel mijn noodkreet ook al hoor je me niet
ik heb iemand nodig die me in mijn ogen ziet
iemand die meer ziet dan een levend lijk
alsjeblieft kom, kom dichterbij en kijk
en lees mijn intense verdriet.
Ja, ik zie, hoor en merk wat je doet
je hand, daarmee geef je mij zoveel moed
vertelt me dat jij bent die mij kan begrijpen
je pakt mijn hand en ik wil je zo graag knijpen
mijn ogen vertellen je dat ik jou heb begroet.
Je laat me niet meer los, ik ben eindelijk gevonden
teder en zacht verzorg jij nu mijn wonden
je blijft aan mijn bed ook al is je tijd voorbij
ik ben jou zwak en jij die van mij
ik zou je strelen als mijn vingers dat konden.
Ondanks je moeite wordt alles zo stil
voel ik me koud, je ogen staan kil
je hebt me al die tijd zo lief bijgestaan
maar steeds meer pijn, ik weet ik zal nu gaan
met wat ik eerder niet kon, die ene luide gil.’
Indy Toma