Het rilt,het schuimt,het spettert en spat
Het loopt,het stroomt,het borrelt
Het welt,is geweld,is zacht en nat
Het verdrinkt,het laaft,het morrelt.
Het kletst,het plenst en zwiept
Het slaapt,het streelt,het geselt
Het ruist,het bruist,het kiept
Het striemt,het daalt,het fezelt
Het zijn vlakten kristal,het is vlok,het is steen
Het vernietigt,het flard,voert het puin
Het is traan van elk kindje wat er weent
Het is scheppen van kleur in de tuin
Het stuwt,het schuurt de stenen plat
De rotsen gespiest en gespleten
Het is stil,het is diep,de tijd heeft geen vat
Veel meer nog dan wat we al weten
Het kabbelt,het druppelt ,het is nageslacht
Het is leven een kringloop van later
Het geeft rust,het bedaart,het verfrist het gedacht
Door dit alles sijpelt langzaam het water.