Onbekende en ongeleide projectielen knabbelen aan je zenuwen
Van binnenuit raast, tegelijkertijd, een trein
met 210 kilometer per uur
Je lacht alsof de wereld aan je voeten ligt,
maar eigenlijk ben je zo onzeker als een uil bij daglicht
Uren zijn dagen terwijl je wacht en wacht terwijl er niets gebeurd.
Helemaal niets. Niks noppes nada.
Samen genietend van elkaar,
ineengestrengeld terwijl de wereld verder draait
Haar aanvullen als zij niet meer uit haar woorden komt
van ongeloof en boosheid
Hem troosten terwijl hij zegt dat er niets aan de hand is,
met tranen in zijn ogen
Schaterlachend erachter komen dat je beide al jaren datgene eet
omdat je denkt dat de ander dat zo lekker vindt.
Uit liefde.
Niet achterom kijken maar in de spiegel zien dat zij
niet achterom kijkt.
Pijnlijke momenten herhalen totdat gevoelens knappen
als een gespannen rode draad
Zweren dat je nooit meer een voet over de vloer zet
en o wee als hij wel bij jou in de buurt komt
Met een schaar alle foto’s bewerken die je tegenkomt van jullie samen.
Huilend in slaap vallen.