De spiegel is gebroken,
Weg is mijn gezicht,
En op de grond liggen de scherven,
Glanzend in het licht.
Ik kan mezelf niet meer zien,
Andere lopen door mij heen,
Is dit wat ik verdien?
Blijf ik altijd maar alleen?
Ben ik geboren,
Om onzichtbaar te leven,
en geen gevoel te hebben,
Zoals ieder ander mens,
Zal ik altijd maar blijven streven?
Het antwoord is een pijnlijke wens.