Na gesprekken en ruzies
toch de dubbelzinnigheid,
die de knoop doorhakt
van voor en na.
Moet je steeds vertellen,
wat ik allemaal niet doe,
wat ik allemaal niet kan,
wat ik allemaal wel moet.
Om vervolgens snauwend te vervolgen,
er is wel een doel,
het kan wel,
laten we eens praten, het gaat niet goed
De onwetendheid en het gezeur
iedere dag.
De angst voor wat er komen gaat,
of het vandaag wel mag.
Is het dan zo moeilijk,
een dag zonder angst,
een weekend zonder ruzie,
een week zonder pijn.
Is het dan zo moeilijk,
om gewoon vriendelijk te zijn.