bij de slager op de hoek
verstomd het gegil in dodelijke stilte
enkel nog de geur van vers bloed
die neusgaten doen vullen
paar angstige ogen zoeken hulp
bij omstanders die machteloos toekijken
naar dit ritueel van slachten
als het mijn beurt is om wat te zeggen
komen er geen woorden
een wijzende vinger naar de varkenslappen
probeer deze gruwel beelden af te schudden
te denken aan de smaak van het gebakken zijn
de kleur van witte groente die siert
blanke aardappelen bloemwit gekookt
een Jan de Bouvrie gehalte qua kleur
de slager moppelt nog iets ten afscheid
mijn stilte is ijzig koud zonder reden