Ik mis de zon en haar warmte.
De kleuren op mijn huid, die vulden wat bij mij ontbrak
De zachtheid die mij streelde totdat ik droomde
Haar aanwezigheid bracht een kalmte onder de rusteloze.
Ik keek omhoog en zij schonk mij haar stralen.
Alsof mijn gelaat haar navolgde...
Altijd ontving ik slechts een glimp. Een sprankeling.
Eén ogenblik in haar weerkaatsing.
En dan voelde ik, dat zij naar mij lachte.
Nu verliest haar gedaante van het getij.
Maar de schaduwen verraden dit...
Zij is nog steeds met mij.