ik was daar, jij ook.
ik zag je en werd meteen helemaal verliefd.
jij was zo lief en lag daar zo schattig.
ik wilde je zeggen hoe mooi je bent, maar durfde het niet.
ik kon het ook niet, want je zou me niet begrijpen.
hoe kan dat ook?
ik ben, jij niet. je snapt mij niet.
jij zal in je eigen taal mij uilachen.
ik zal nooit vergeten wat een mooi aapje jij was!