Engelen
Een engeltje pist op mijn tong
`t is hemels wat ik drinken kon
zo’n straaltje door god gezegend,
géén tien calorieën wegend
mijn mond ging open de tong eruit
kwam het uit een spleetje of een fluit
iets deed me denken dat het groter was
mijn droom verandert nu van richting
ik zie een podium met verlichting
de wind komt uit die richting
Plots is het mij duidelijk
dit is geen engelenpis maar gezeik
van koeien in de wei
vlug verleg ik mij
Daar komt reeds de koeien vla
`t is tijd dat ik opsta
ela