in dit huis
waar het marmer op de vloer
lieftallige medeplichtigen
aan de zonde van het leven
vriendschappelijk herbergt
waar het water uit de kranen
en de tranen in het bad
kleurt naar vergoten bloed
en smaakt naar geboorte,
angst, wanhoop en worteltjes
hier, in dit huis
dat meermaals afgebrand
blijft nasmeulen in een wasem
van wierook waarnaar
je zin voor rede dreigt te smaken
hier, in dit oord van weleer
deze stek van vergissing
in het heden dat verleden
tijd was toen je het betrad
hier, wel hier
slaapt de zelfdoder
in alle rust in
gelegen op een bed
met een briefje
naast z’n besmeurde hoofd
er staat niets op geschreven
maar het verhaal was toch
al lang en breed uitgesmeerd
in boeken die je nooit wou lezen
hij zal niet meer ontwaken
om te spelen in de tuin met het
denken aan zijn kindertijd
om te waken over de
eeuwigheid van zijn liefde
om te fluisteren als
iedereen schreeuwt
om te lachen als ook jij
eens durft te wenen
en om je tranen weg te kussen
opdat je ogen weer
zouden kunnen zien
hoe pijn hem ooit omarmde
en zich van hem meester maakte
toen iedereen wegkeek
hij zal nooit meer ontwaken
niet in dit huis
niet in dit leven
hij blijft
zoals jij blijft
in de herinnering
aan zijn dood