ik sluit mn ogen maar
als ik mijn ogen sluit
dan ben ik al gegaan.
dan ben ik al vertrokken.
dan ben ik niet meer hier.
maar ergens anders.
waar het beter is.
de lucht altijd blauwer
het gras altijd groener.
slecht bestaat er niet.
alleen maar goed.
niks is verdrietig.
alles is blij.
wanneer ik mijn ogen sluit.
ben ik daar alweer.
ben ik weg van hier
weg van het slecht.
geen moeilijkheden meer.
die laat ik staan
die laat ik gaan.
die verdwijnen.
want als ik mijn ogen sluit.
zijn alle problemen weg.
niks is maar erg.
alles is leuk.
ales ik ze dicht doe.
ben ik ver weg.
dan ben ik
waar ik zijn wil.
maar als ik mijn ogen open.
dan ben ik weer hier.
op een plek waar alles moet.
niks is blauw, alles is grauw.
dus sluit ik mijn ogen maar.
voor altijd.
in 'n diepe slaap.
lekker lang.
ik sluit mijn ogen.
voor de laatste keer.
en open ze niet meer.
het is genoeg.
ik knipper voor het laatst.
en dan is het over.
dan ben ik weg.
naar de plek waar ik wil zijn.
en ik.
ik sluit voor altijd mijn ogen.
en mij,
mij noemen ze dood