Ik moet leren dingen achter me te laten..
zuchtend staar ik naar de regel..
‘ Ik wil net zoveel van jou houden als jij van mij ‘
ja dat wil hij..
maar hij zal het nooit kunnen.
Van binnen huil ik..
vraag me af waarom liefde..
zo’n pijn doet bij mij..
Ik besluit dat er voor mij geen liefde..
meer bestaat vanaf nu..
Ik sta op en doe het licht uit..
ik kruip in een hoekje..
en laat mijn tranen stromen..
zachtjes praat ik tegen de duisternis..
‘ Laat het goed komen.. alsjeblieft..
laat het allemaal goed komen.. ‘
Voel me zwak en hopeloos..
met trillende benen sta ik op..
en loop in naar de wasbak..
Ik draai de kraan open..
en laat de wasbak vol met water lopen..
Heel even kijk ik naar mezelf..
in de spiegel..
en denk.. ik hoor hier niet bij, ik ben dat niet..
Ik sluit mijn ogen..
en ik laat mijn gezicht steeds verder zakken..
in het water..
tot dat ik geen adem meer kan halen..
Hopend dat ik verdrink, stik of wat dan ook..
het kan me niet schelen..
als ik maar van alles af kom..
Maar de poging lukt weer niet..
en ik kom hijgend, nat boven..
Ik kijk naar mezelf in de spiegel..
ik schreeuw naar me eigen..
‘Zwak, dat ben je, lelijk zwak wijf !
je wilt toch overal van af !?
zet dan godverdomme voor één keer door !!
laat het hier niet bij zitten ! ‘
Even lijkt het erop..
dat de duivel in me zat..
maar dat is niet zo..
ik was het zelf..
ik schreeuwde tegen mezelf..
en ik boos, zo boos op mezelf..
Met een grote golf van woede..
sla ik de spiegel kapot..
Huilend zak in elkaar..
de tranen stromen over mijn wangen..
op de rode vloer..
Mijn knokkels bloeden..
mijn handen trillen..
mijn hand pakt een glasscherf..
ik staar ernaar..
er komt een zin naar boven drijven..
in mijn hoofd..
‘ Ik zie je niet als een meisje ver weg..
nee ik wou dat je mijn meisje was..
en dan niet ver weg, nee dicht tegen me aan.. ‘
Ik zucht.. en laat de glasscherf…
uit mijn handen vallen..
Met mijn handen voor mijn gezicht..
huil ik..
Het laatste wat ik nog fluister..
met een verzwakte stem is..
‘ Laat hem terug komen.. ‘