Daar gaat het weer, beest, zijn herhaling
achterna - een spoor achterlatend
van voeten en bochten en geduld.
Adem tussen het opnieuw beginnen
(geluid, stop, de trein) en gaan liggen
tot het gebroken: stilte van gevoel.
Geen genoegen nemen met nu een deel
morgen ander, ik zal springen als
- lichaam. Het loopt beest, wild van als - .