Ik vertrek
Als een tornado door mijn binnenste
Voel ik alles in een keer naar boven komen.
Gevoelens diep van binnen had ik allemaal opgepropt En opgekropt, terwijl ze nu naar buiten stromen.
Als een dikke, hete stroop druipt de woede
Over mijn hoofd en mijn buik. Langzaam trekt
Het naar binnen en leegt me met zichzelf,
Terwijl mijn arm, vervuld met wanhoop, zich uitstrekt
Naar het licht dat dagen geleden al uitgebrand was.
Over mijn ruggengraat kruipen de koude handen van De angst, die naar mijn hoofd stijgt en zo probeert
De controle over mij vast te grijpen en als het kan
Meteen daarna weer los te laten en mij te laten drijven
In een zwarte poel van verdriet, al de tranen ken ik.
Jaren geleden ben ik begonnen en nu is mijn poel vol Van mijn eigen walging, zelfmeelij en gesnik.
Zielig, niet waar? Zoals ik mezelf heb laten gaan,
Heb ik nooit eerder toegestaan. En vanaf deze plek
Is alles verloren, verdronken in mijn overweldigende Ontsnappingsroute waar ik eeuwig dwalen zal.
Ik vertrek.