"Ze had rode lippen"
Ik lachte je na in alle vriendelijkheid
bedacht, alsof voornemens garanties hadden
en streek met zeven lonten over aangekoekte resten
stukjes verleden herkauwt en gebraakt
de lustvolle penetratie van vertrouwen
verloren, geschaad in schermutselingen
van gestaalde harten en ijspriemen blikken
stond ik onder bergtoppen, mijn wonden te likken
gestileerde drama om je ogen te sieren, de nagalm
de napalm van goddelijk vermogen
vloeide als magma gespuwd uit het diepste
der diepten, en sleet laag naar hoog
Je voeten werden nat, maar je wangen bleven droog