Ik vind het zo knap van je,
jij kan mensen zo goed bedriegen.
Ik zou je niet na kunnen doen,
mensen zomaar voorliegen.
En het ergste vind ik,
je komt er altijd weer onderuit.
Maar op een dag mannetje,
knal jij met je voorhoofd zo hard tegen de ruit.
Ik heb je allang door,
maar andere dus niet.
Ik weet na een halfjaar eindelijk hoe je bent,
jammer dat zij het nog niet ziet.