als de wind
zacht gaat zingen
onder de tere kleine lagen
van m’n zelfgetinte huid,
gaan je voeten ritme dansen,
in satijnen sloefjes,
zomaar, m’n lichaam in vooruit.
terwijl je armen stil gaan zweven
op een krachtig horend melodie,
de toon gedachtloos houdend,
de galante lichte passen
die ik voor me zie.
en al zijn jouw ogen
in mijn bruin gedeeld
is jouw lach
mijn wilde spiegelbeeld
ik ben niet ik
als muziek m’n leven kruist,
ik weet, jij bent het dan
die even in m’n lichaam huist.