Ik door stilte omgeven
Mijn trappers bewegen op maat.
De maat die me kracht geeft,
Die laat voelen dat de lucht koel is.
Zonder woorden uit iemands mond,
Gaan in mijn hoofd de gedachten.
Dwalend langs een weg, waar ik iedere steentje ken.
De lucht die verwaaid mijn slaap.
Lettend op de tijd, die onherroepelijk verstrijkt,
Denk ik aan de nacht die zo vol was van jou.
Terwijl de dag op gang komt alsof het niets was.
Elke keer weer lijkt het alsof ik sliep.
Dromen die werkelijk zijn, maken dat ik wakker word.
Fietsend door mijn land van mist,
Weet ik dat ik niet wil wennen, nooit wil wennen aan jou.