Ik zit hier maar te staren,
Krijg geen letter op papier,
De tranen druppen langzaam,
Lopen kringetjes in mijn rivier.
Ik weet niet wat er scheelt,
Waarom ik niet kan praten,
Ik weet niet waarom ik huilen moet,
Of zo mijn verdriet moet laten.
Ik voel enkel die diepe pijn,
Snijdend en kervend,
In het allerdiepste van mijn zijn.