Ik kreeg ze niet naar voren geduwd.
Gedachten bleven zitten in mijn mond.
- “Thee? Koekjes?” Nee, bedankt.
Ik kauwde te veel, jij verkocht gratis braakballen.
- Ik zei toch; nee, bedankt!
Het gesprek – dat niet hoorbaar was
- “Niet kruimelen op het Perzische tapijt!”
kraakte en we durfden niet meer te bewegen.
Onwennigheid sloop dichterbij en trok met krijt
een duidelijke lijn tussen iets
wat we ooit ‘ons’ hadden durven noemen.
Spijt sleepte zich tussen de blanco regels mee en stak
zijn kop telkens weer boven elke waterglimlach heen.
- “Ik zei toch; niet kruimelen op het Perzische tapijt!”
Ruzie laat zijn sporen na.