Een ontstelde duisternis, fluistert om me heen,
uitdagende gebaren grijpen mij,
niets doet me twijfelen aan wat me omsluiert,
ongevreesd en gewild, wil ik de paradox,
nooit zal het voordeel ontnomen worden.
Heldhaftig, spuw ik snijdende woorden,
de tegenstander huilend van de eenvoud,
uitgeput, lig ik stervend aan het einde,
en zal de dag, de zon nooit bereiken