Wie klopt er aan mijn raampje,
En belt aan het deurtje
Het is die brave Sint,
Die ’t schouwtje niet meer vindt
Wie zeg nog dank U klaasje,
Wie vreest nog ’t zwarte Pietje
’t zijn meisjes en geen baasje,
’t is nu het zwarte Mietje
Wij kennen al zijn naampje,
En wachten ons beurtje
Voor ons die brave Sint,
Die ’t Gentse weer eens vindt
Als vader zeg ik haasje,
Het is niet voor een frietje
Het is ook niet voor ’n glaasje,
Het is voor een nieuw liedje
En toch mijn brave Sint
Ben ik het oude kind
Die jou nog steeds bemind
Trots alles wat men verzint
Wat men er ook van vindt
’t is voor de lieve Sint
Maar ook voor ’t arme kind
Die de brave Sint niet vindt
Al wie als kind vergeet te dromen
In deze tijd van zucht naar Geld
Al wie als kind vergeet te dromen
En denkt dat de Sint niet meer telt
Zal de oude dag ooit eens komen
dat men ziet wat werkelijk Telt
als ouders alleen Moeten dromen
trots het gezin veel kin’dren telt