Ik leef in een roes.
Ik zweef tussen leven en dood.
Ik leef niet, ik word geleefd.
Ik heb geen besef meer van tijd, of wat er rond me gebeurd.
Ik wil wel leven, maar ik kan het niet.
Ik zit urenlang op bed, alleen met mijn gedachten.
In de stilte.
In de kou.
Ik heb geen kracht meer, geen kracht om op te staan, om te eten, om te drinken.
Ik kan niet slapen.
Ik was vier toen ik me probeerde op te hangen, terwijl andere kinderen zorgeloos verderspeelden.
Dit is overleven, de eeuwige strijd tegen de depressie.
Maar dankzij de therapie die ik gevolgd heb en de medicatie die ik neem sta ik terug op de hoogste levenstop!
Doch blijft in mijn achterhoofd spoken dat ik altijd kan terugvallen, dus moet ik blijven vechten.